US Army Weapons Teams

Infanteriewapenteams zijn een essentieel onderdeel van elk Bolt Action-leger en bieden grote tactische flexibiliteit voor je troepenmacht. Anti-tankteams en vlammenwerperteams behoren tot de meest voorkomende en stellen je tegenstander voor meerdere uitdagingen.

Volgens de Amerikaanse doctrines waren de taken van verkenning en scherpschieten vergelijkbaar. In het Amerikaanse handboek stond duidelijk vermeld dat de taak van een scherpschutter was om vijandelijke officieren uit te schakelen om zo het moreel van vijandelijke troepen te ondermijnen. Ze waren uitgerust met een telescoopvizier op een M1903 Springfield-geweer met grendelactie en beschikten ook over wapens voor nabijgevechten, zoals pistolen en shotguns, om zich te verdedigen als ze ontdekt werden. Beide teamleden hadden scherpschutterstraining, waardoor de rol van waarnemer uitwisselbaar was.

Mortieren waren het meest voorkomende type ondersteuningswapen. Parachutisten en Rangers beschikten over één mortier per peloton, naast diegenen die mogelijk op compagnieniveau waren toegewezen. Normaal werden ze ingezet op een geschikte achterpositie, niet verder dan 100 meter van de waarnemer, om ‘de gevaarlijkste toegangswegen naar het pelotonsgebied te dekken’. De standaard lichte mortier had een relatief groot kaliber van 60 mm. Deze vuurde een overeenkomstig grotere en effectievere granaat af over een groter bereik dan de kleinere mortieren die door de Duitsers en Britten werden gebruikt. Het enige probleem was het gewicht (19 kg), wat betekende dat een groter team nodig was om het te verplaatsen.

Vlammenwerpers werden gedurende de hele oorlog gebruikt, vooral in de Stille Oceaan, om tunnels en bunkers te ontruimen. Tijdens de landingen in Normandië werd het aantal vlammenwerpers verhoogd om de mannen in staat te stellen een opening in de versterkte linies te maken.

Bevat de volgende Warlord Resin PlusTM-figuren:
2-man Sniper team
3-man Light Mortar team
2-man Flamethrower team